Borstvergroting

Tijdens het consult bespreken we risico’s, herstel, verwachtingen en vooral: de juiste maat en vorm van het implantaat. Onze filosofie is eenvoudig: de breedte van de prothese moet passen bij jouw ribbenkast. Het décolleté ontstaat namelijk door de breedte van de implantaten en niet alleen door het volume. Een te groot implantaat geeft juist minder decolleté omdat het naar buiten en omlaag wil zakken. Daarom kijken we samen in de spiegel, meten links-rechtsverschillen en bepalen we de diameter die nodig is voor de mooiste verhoudingen.

Vervolgens kiezen we de projectie: bij dezelfde breedte kun je variëren in hoe ver een implantaat naar voren komt. We passen soms protheses, maar foto’s en de implantatenkaart geven een realistischer beeld. Vaak voegen we een klein beetje vet toe langs de randen van het implantaat voor een mooiere overgang.

In tegenstelling tot de klassieke borstvergroting, waarbij bindweefselstrengen worden doorgebrand en weggesneden, creëren we met de tissue preservation techniek een tunneltje door deze strengen heen. Een ballonnetje wordt opgeblazen waardoor de strengen oprekken in plaats van breken. Het resultaat is een ‘nestje’ van bindweefsel waar het implantaat stabiel in ligt: de inwendige BH. Deze techniek spaart zenuwen en bloedvaten, vermindert pijn, geeft sneller herstel en zorgt ervoor dat borst en implantaat één geheel vormen.

Direct na de operatie zit het implantaat bewust te hoog. Dat moet, omdat de onderpool zich nog moet oprekken en het implantaat op termijn moet indalen in de ideale positie. Op dag 1 ziet de borst er dus te bol en te hoog uit, maar in de weken daarna ontstaat de gewenste natuurlijke druppelvorm.

Je mag dezelfde dag naar huis, krijgt pijnstilling en een postoperatieve bh. Deze draag je 4–6 weken dag en nacht. Vet wordt geoogst met lage druk aan de binnenzijde van de bovenbenen of de onderbuik. Littekens zijn klein: een sneetje van ca. 2,5 cm in de borstplooi en twee mini-prikgaatjes. Vetcellen die 72 uur overleven, blijven in principe blijvend bestaan.

Hoewel complicaties zeldzaam zijn, is het belangrijk de mogelijkheden te kennen.

- Nabloeding: de borst wordt snel groter en gespannen. Soms is een kleine heroperatie nodig. Daarom mag je de eerste nacht niet alleen thuis zijn.

- Infectie: uitzonderlijk zeldzaam. Je krijgt antibiotica tijdens de operatie.

- Asymmetrie: borsten zijn nooit identiek, voor of na de operatie.

- Ruptuur: zeer kleine kans, maar daarom is screening belangrijk (na 5 jaar en daarna elke 2 jaar).

- Littekens: klein en meestal subtiel.

- Onregelmatigheid waar vet is weggehaald: kleine kans, daarom halen we vet van de binnenkant van de bovenbenen.

- Dag 1: telefonisch contact

- 2 weken: wondcontrole, pleisters af

- 3 maanden: nacontrole + foto’s

- 5 jaar: eerste implantaatcheck, daarna elke 2 jaar

Implantaten kunnen 10–20 jaar blijven zitten mits goed gescreend.